A C H T E R O P boek DE
OVERZETTERS
[door Andreas Oosthoek]
De roep van de
overkant! In een eilandenrijk staat men aan de overkant en tuurt. Tussen hier
en daar de wijde blik die naar verkorting zoekt, de teloorgang van de
afstand. Overkanters zijn niet zelden zoekers. Wat ze vinden? Vooral - en
zonder omwegen - een slinkende bedenktijd tussen de locaties A en B. Een
netwerk dat werelden verbindt. Daar komen voorzieningen - in tijd en afstand
- bij te pas. De waterwegen, de dammen, de dijken, de bruggen en de tunnels,
een paar vliegveldjes, de omnibus, stoomtram, postkoets, de ijzeren weg
en - nogmaals sprekend over waterwegen - de veren en hun onverzettelijke
overzetters. Heen & Weer, Afvaart & Aankomst. Phons Bakx (1956)
schreef er een dik boek over. «De Overzetters» gaat over de opgang, het
blinken en (welhaast) verzinken van het boeiende bedrijf dat - door de eeuwen
heen - de eilanden en hun bewoners met elkaar verbond. Roeibootjes, sloepen,
hoogaarzen, tobbetjes, een zeiltje, een motor, stampende diesels: de roep om
groter, sneller, beter en de wat harde corrigerende greep van een tijd die
andere voorzieningen gebiedt. Hij maakt duidelijk dat het eilandenrijk een
eenheid in en op zichzelf is. Kunstmatige grenslijnen die vanuit
historisch-kerkelijk-bestuurlijke overwegingen perkamenten scheidslijnen
werden, doen aan dit levende vaste verband niets af. Het Zuid-Westen van
Phons Bakx is veelomvattender dan Zeeland en kent de vastelanden van
Vlaanderen, van Brabant, Zuid-Holland én de blauwgroene soevereiniteit van de
Noordzee. De fascinerende
figuur van de veerman, de Overzetter, is in de wijde wereld mee-ontwikkeld
met de tijd. Harmonie en onweer, romantiek, dodenschippers, muzikanten, nooit
ontdekte paradijzen, de stalen van onverschrokken zeemanskunst. En toch is
het punt van uitgang eerder bescheiden dan veelbewogen: de overkanter zoekt
een overkant. Dat is het. Het kan te maken hebben met de Hoop op Beter, met
de noodzaak van andere of hogere voorzieningen, onderwijs, gezondheidszorg,
het vrije verkeer van mensen, hun dieren en diensten, vraag en aanbod in de
economie en de negotie, de weekmarkt, een familiebezoek, een pleziervaartje.
Het schip wacht, het schip vaart: een kijkje over de dijk op een andere dijk,
waarachter een schip ligt. Meestal gaat en
ging het niet om stormen en orkanen, het gespannen wachten op de demonteerploeg
wegens een los geslagen zeemijn of het weren van groot onheil. Neen, het gaat
en ging eenvoudigweg over een leven aan boord, een strak en stipt uit te
voeren vaarschema, met - tussen A en B - de staat van het winters bakje
erwtensoep. Halen we de laatste boot? En de allerlaatste? Hoe zal die er uit
zien? Phons Bakx voegt
met «De Overzetters», vanuit
zijn persoonlijke onderzoekingen en mogelijkheden in studie én taal, een
hoofdstuk toe aan de (cultuur-)geschiedenis van zijn Eilandenrijk. Eerder verscheen
van zijn hart en hand «De
Rondgangers», over de kleurrijke wereld van leurders, kistjesventjes,
colporteurs, zwervers en kramers. |